De fractie van GroenLinks wil meer samenwerking tussen alle partijen die zich bezighouden met jeugd om zo te komen tot een geïntegreerd aanbod van onderwijs, opvang en vrijetijdsbesteding. Daarom willen wij komen tot een lokaal overleg onderwijs en jeugd.
In het belang van kinderen én hun ouders is het wenselijk dat peuterspeelzaal, kinderopvang, buitenschoolse opvang en onderwijs een doorgaande lijn vormen. Inhoudelijk, maar ook organisatorisch. Denk aan buitenschoolse opvang in schoolgebouwen, combinatiefuncties zoals onderwijsassistent/overblijf en buitenschoolse opvang (bso), samenwerking met andere organisaties voor jeugd, zoals sport-, muziek- en creatieve activiteiten voor kinderen en de bibliotheek.
A. Wat willen we bereiken?
We willen bereiken dat er meer samenwerking komt tussen de partijen die zich bezig houden met jeugd, om zo te komen tot een geïntegreerd aanbod van onderwijs, opvang en vrijetijdsbesteding.
Het gemeentebestuur beoogt met de Jeugdnota 2007-2009 een geïntegreerd jeugdbeleid. Met een overleg zoals de fractie dat voorstelt zet zij daartoe verdere stappen. De gemeente heeft in 2005 ook de Nota Brede School geschreven, net als de Stichting Spoor, die inmiddels ook een coördinator brede school heeft. Ook CPOW heeft het stimuleren van brede scholen in haar beleid opgenomen. Het begrip "brede school" wordt hierin ruimer opgevat dan alleen allemaal samen onder één dak.. Het staat ook voor samenwerking tussen de diverse partners. Maar in de praktijk blijkt dat die samenwerking niet vanzelf tot stand komt. Wat hier nodig is, is een sterkere regie vanuit de gemeente. Staatssecretaris Dijksma concludeerde onlangs, naar aanleiding van een onderzoek naar wachtlijsten in de buitenschoolse opvang, dat de gemeente het verschil maakt. Dat geldt voor het vinden van geschikte locaties, maar ook bij een meer inhoudelijke samenwerking tussen de verschillende partijen.
B. Wanneer zijn we tevreden?
We zijn tevreden zodra er een sterke sociale infrastructuur is voor de jeugd, een vanzelfsprekende band tussen de betrokken partners en concrete werkafspraken.
We willen dat door regulier overleg de betrokken partijen elkaar formeel en informeel weten te vinden. Hun dienstverlening moet op elkaar aansluiten.Zij kunnen bv.afspraken maken over gezamenlijke huisvesting, gebruik van elkaars ruimte en kennis, over een doorlopende leerlijn, het wegwerken van wachtlijsten door inzet van extra ruimten, over een geïntegreerd aanbod van onderwijs, opvang en vrijetijdsbesteding (dagarrangement).
C. Wat doen we daarvoor?
Om dit te bereiken willen we een lokaal overleg naar het model van de "Lokale Educatieve Agenda". Gemeente, schoolbesturen, peuterspeelzalen, kinderopvang, sociaal-cultureel werk en andere lokale partijen stellen gezamenlijk een lokale agenda op en komen tot een verantwoordelijkheids- en rolverdeling over de diverse thema’s.De Lokale Educatieve agenda komt voort uit het onderwijsachterstandenbeleid, maar heeft een breder doel. Inmiddels werkt zo’n negentig procent van de gemeenten met een LEA. De Brede School is één van de belangrijkste thema’s. Zie ook www.delokaleeducatieveagenda.nl .
Thema’s voor het lokaal overleg kunnen zijn:
Huisvesting
Veiligheid in en rond school
Wachtlijsten buitenschoolse opvang
Schooltijden
Harmonisatie voorschoolse voorzieningen
Doorlopende leerlijnen
Overdracht zorgleerlingen van peuterspeelzaal/kinderopvang naar basisschool
Onderwijs en bewegen
Jeugdvoorzieningen
Afgestemd aanbod tussen de diverse scholen
Cultuureducatie
Vroegsignalering achterstanden
Voor- en vroegschoolse educatie
Zorg in en om de school (aansluiting bij Centrum voor Jeugd en Gezin)
Kindermishandeling
Betrokken partijen: gemeentelijke afdelingen Onderwijs en Welzijn, scholen en schoolbesturen, kinderopvangorganisaties en peuterspeelzaalwerk, welzijnswerk, eventueel jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk, sportclubs (afhankelijk van hoe breed je het wilt maken). De regie wordt gevoerd vanuit de gemeente.
Astrid van de Weijenberg