De gemeenteraad stuurt te weinig op kaders, te veel op details. Waterland is te veel naar binnen gericht en moet meer om zich heen kijken. Dat waren enkel conclusies uit het bestuurskrachtonderzoek, een onderzoek naar de zwakke en sterke kanten van haar organisatie: van gemeenteraad, college van burgemeester en wethouders en ambtelijke organisatie.

De gemeenteraadvergadering van 12 maart stond in het teken van dit zogenoemde bestuurskrachtonderzoek. Ook was er aandacht voor het rapport Bandell, dat in opdracht van Purmerend en Zaanstad is gemaakt, met als belangrijke vraag: moeten we niet een grote gemeente worden boven Amsterdam? Ook het bestuurskrachtonderzoek stelde de vraag naar de wenselijkheid van samenwerking of fusie. GroenLinks wil graag alle opties onderzoeken, waarbij behoud van het open landschap, bebouwing alleen binnen stedelijk gebied en voorzieningen in de kernen onze uitgangspunten zijn.

Hieronder de bijdrage van GroenLinks aan het debat.

Globale spreektekst fractievoorzitter Astrid van de Weijenberg

Het bestuurskrachtonderzoek, heeft ons dat nu van onze sokken geblazen? Nee. Zijn we verrast over wat erin staat? Nee. ‘Een opendeurenfestival wordt het in de wandelgangen al genoemd’. Betekent dat dat de tegenstanders toch gelijk krijgen. Nee, dat hopen we niet. Niet in hun voorspelling dat het dus in een la zal belanden.

Het bestuurskrachtonderzoek houdt ons een spiegel voor. De input van het rapport komt deels van onszelf. We hebben heus wel zelfkennis. En deels zijn het observaties van derden. Die bevestigen het beeld dat we al hadden. Over de gemeenteraad bijvoorbeeld: we sturen te weinig op kaders en houden ons te veel met details bezig, geneuzel op de vierkante centimeter. Letterlijk soms, ik herinner met een boot in Uitdam……... Dat betekent dat de raad sterk beïnvloed wordt door wie de wegen weet, ten koste van wie de wegen niet weet. Dat maakt het gemeentebestuur onvoorspelbaar.

Onze buren noemen ons lastig, reactief, adhoc. We halen veel, maar we brengen weinig. Geen kwalificaties om trots op te zijn.

Bandell vindt ook dat de gemeenten in deze regio te weinig zelfkritisch zijn. Aan ons nu de gelegenheid om die observatie te logenstraffen. Wij moeten nu de handschoen oppakken en zorgen dat er wat gebeurt met de aanbevelingen. Wij staan daarom ook achter het voorstel van het college om met een stuurgroep tot een plan van aanpak te komen.

Tot slot nog iets over de titel van het rapport. We gaan ervan uit, gezien de inhoud van het rapport, dat de opstellers hem niet zo bedoeld hebben, maar in woorden als ‘verzilveren’ en ‘te gelde maken’ klinken voor ons een visie die vooral oog heeft voor klinkende munt, voor economie. Wij zien het graag breder: bestuurskracht versterken ter wille van een prettige en gezonde leefbaarheid voor de burgers van Waterland en behoud van ons prachtige landschap.

Over Bandell
Mijn jongste dochter is geboren in Waterland. Waterland? Waterland, wat is dat? Waterland als gemeente heeft geen identiteit. Marken heeft dat, Monnickendam heeft dat, net als Broek, Ilpendam en Zuiderwoude. Mensen die hier wonen en Waterland wel kennen, zeggen: ‘Nou, in ieder geval beter dan Purmerend in je paspoort.’ Purmerend heeft wel een identiteit of beter gezegd een imago. Maar of je daar blij mee moet zijn.

Wat wil ik daarmee zeggen: een identiteit heb je, een imago krijg je door anderen opgelegd. ‘Geef de regio een identiteit’ is een van de aanbevelingen uit het rapport. Maar wij geloven daar niet in. Zo werkt het niet. Wij geloven ook niet in één krachtige regiogemeente, zoals aanbeveling 10 luidt.

Er staan ook veel dingen in het rapport waarin wij wel geloven. Wij geloven in een stevige positie voor de regio, in een sterkere verbinding van gemeenten met elkaar. Wij zien het nut van, meer nog dan nu gebeurt, elkaar opzoeken, we zien het nut van een regionale agenda, van samen zorgen voor een evenwichtige ontwikkeling van het stedelijk en landelijk gebied.

Wij geloven in ‘rustig doorevolueren en bijsturen’. Maar dat vinden de samenstellers van het rapport dan weer ‘geen reële optie’. Wij zijn het dan ook mee eens met de reactie op het rapport door de colleges van de omliggende gemeenten.

Wij zijn het ook eens met de reactie van de provincie op het rapport: we moeten de discussie niet verengen tot een structuurdiscussie. Kortom, zoals in de brief van de gemeenten staat: vorm volgt inhoud. Kies voor een inhoudelijke benadering en de structuur volgt daarna.

Wij vinden het een goed idee om in kaart te brengen wat de mogelijkheden zijn. Op basis van duidelijk criteria, vanuit de inhoud. GroenLinks wil geen enkele optie bij voorbaat uitsluiten. We lopen niet voor de muziek uit, en willen breed kijken. We kiezen, zoals bij vorige agendapunt al aangegeven, niet voor de vorm, maar voor de inhoud. Dan volgt de vorm vanzelf.

Indachtig de opmerking dat de gemeente Waterland in het verleden vooral wilde halen en niet brengen, moeten we ook oog hebben voor de noden van onze buurgemeenten en niet ‘hard to get’ spelen. We staan allemaal voor dezelfde uitdaging. Neem dus een uitgestoken hand, zoals van Landsmeer, aan en onderzoek de mogelijkheden. Met Landsmeer, met Edam-Volendam, met alle gemeenten in de regio. Er liggen kansen, er liggen belemmeringen. Die moet je eerst goed in kaart brengen, wil je daar een weloverwogen beslissing over nemen.

Belangrijke criteria daarbij zijn voor ons het behoud van het landschap en de voorzieningen in de kernen. Want dat blijkt de identiteit van de regio Waterland te zijn. Die is er namelijk wel degelijk. Vraag het de bewoners van Wormeland, Oostzaan en Landsmeer wat de identiteit van de regio Waterland is en zij geven ongeveer hetzelfde antwoord: open landschap, groene natuur, ruimte en water. Reden genoeg om nieuwsgierig om ons heen te kijken

Behandeling van de negen aanbevelingen

Aanbeveling 1

1 Visievorming. Sluit aan op waar deze coalitie al een begin mee heeft gemaakt: de toeristische visie en de structuurvisie. En we nemen aan dat de nieuwe duurzaamheidsmedewerker ook komt met een duurzaamheidsvisie of duurzaamheidsagenda, zo je wil. What’s in a name.

Sluit ook aan bij waar we vorige week al een begin mee hebben gemaakt: de visie op Marken. Uit het rapport haal ik ook dat ondernemers wachten op een economische visie en schoolbesturen op een onderwijsvisie. Beste WN en VVD, er blijken dus ook buiten deze coalitie partijen te zijn die behoefte hebben aan visie.
 
2 Uit een visie volgen kaders. Heldere kaders dus, en niet alleen voor de burgers, ook voor het ambtelijk apparaat. Die weet dan ook waar het aan toe is.

Dat betekent ook dat je die kaders handhaaft. Denk aan de bestemmingsplannen die geen enkele betekenis hebben als er voor ieder initiatief een uitzondering wordt gemaakt. We willen Waterland niet op slot, natuurlijk kun je niet alles voorzien wat zich aandient in de looptijd van een bestemmingsplan. Maar als uitzonderingen de regel worden, dan is er iets weg. Buitenstaanders kijken dan ook met grote verbazing naar de gemeente Waterland.

Als Raad krijgen we het advies ook informeel te overleggen. Daar staat de GroenLinks-fractie open voor. Wij hebben goede herinneringen aan een (door externen begeleide) sessie over integriteit.

3 De rol van Waterland in samenwerkingsverbanden is een ingewikkelde. Naar aanleiding van het Rekenkamerrapport over de gemeenschappelijke regeling is er vanuit de raad al een initiatief om te kijken waar het beter kan. We wachten af welke aanbevelingen daaruit komen.

4 Heldere afspraken en rolverdeling tussen college en ambtelijke organisatie. Dat lijkt ons een zinnig advies. We nemen aan dat het college hiermee aan de slag gaat. Wij horen graag op niet al te lange termijn of het gelukt is.

5 Een nauwe samenwerking tussen samenleving en gemeente werkt alleen als de verwachtingen over en weer helder zijn en ook de kaders die gelden helder zijn. Dat voorkomt teleurstellingen en een grotere kans op gezamenlijke uitvoering. Dat vergt  een goede communicatie.
 
6 De rol van de kernraden moet duidelijk zijn. Iedere kernraad is anders en dat mag ook. Het is aan het college om hier invulling aan te geven. Wellicht dat het convenant eens tegen het licht moet worden gehouden en wellicht dat niet elke kernraad eenzelfde convenant hoeft afsluit maar dat deze dus kunnen verschillen.

7 Een gemeente is vooral een administratieve eenheid die zijn burgers zo goed mogelijk bedient, zegt Bandell. In hoeverre kan de gemeente haar burgers nu en in de toekomst goed blijven bedienen? In hoeverre kan Waterland haar organisatie op sterkte te  houden, ‘robuust’ zoals de bestuurskrachtonderzoekers het noemen.

Die vraag is wat ons betreft het uitgangspunt bij verkennende gesprekken met buurgemeenten over samenwerking.

8 –9 Samenwerking verkennen. En reactie op Bandell: zie inleidende woorden.