Per 1 januari 2014 gelden er nieuwe wettelijke regels voor het kopen en verstrekken van alcoholische consumpties door en aan jongeren. Tot de leeftijd van 18 jaar is dit voortaan verboden.
In het verlengde van deze wetgeving moeten er ook opnieuw regels in de Algemene Plaatselijke Verordening worden opgenomen die de verhouding tussen commerciële (cafés, restaurants, slijterijen e.d.) en niet commerciële (sportverenigingen, sommige dorpshuizen) instellingen regelt. Dit is nodig om oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Dit klinkt allemaal heel logisch.
Toch is er in de Gemeente Waterland veel commotie ontstaan. Dit bleek tijdens de raadsvergadering van 23 januari jl. De uitleg van de nieuw voorgestelde regels bleef voor een aantal betrokkenen ( een aantal sportverenigingen, maar ook de Stichting Marker Jongeren en de Eilandraad) onduidelijk en men vreesde ernstige nadelen vanwege een mogelijke beperking van de schenktijden en de mogelijkheden tot verhuur aan derden. Het ligt voor de hand dat opnieuw naar de zaak wordt gekeken om deze onduidelijkheden op te lossen. Maar bij de benadering van deze kwestie gaat het er onze fractie vooral om hoe alcoholmisbruik tegen te gaan en de gestelde leeftijdsgrenzen ook daadwerkelijk te handhaven. In de Raad hebben we dat ook betoogd.
Er is geen twijfel meer over dat alcoholgebruik door jongeren veel schadelijker is dan we lange tijd hebben gedacht. De nieuwe wetgeving maakt deel uit van een cultuuromslag die ( gelukkig) ook in de media naar voren komt. Er is veel voorlichting en her en der zijn er ouderinitiatieven die met de jongeren zelf het gesprek aangaan. Een strengere wetgeving geeft ouders en preventiewerkers een steun in de rug en de GroenLinks fractie vindt dat deze , ook in Waterland, netjes en zonder al te veel mitsen en maren moet worden ingevoerd.
De tegengeluiden hebben te maken met de moeilijkheid van handhaving en met het nadeel dat sportverenigingen zouden ondervinden. Nu krijgen wij altijd een wat ongemakkelijk gevoel als het gaat om de combinatie sport en alcohol. Wij vinden het een rare situatie dat sportverenigingen hun begroting rond zouden moeten krijgen met de opbrengst van de bar. Dit is maatschappelijke armoede. Het moet mogelijk zijn om andere financieringsbronnen aan te boren. Sportverenigingen en vrijwilligers gaan ons aan het hart. Dus als dit probleem echt serieus ontstaat moet het op de agenda komen en gaan we meedenken over andere vormen van financiering. Want ook in de niet- commerciële instellingen en bij de sportverenigingen is er voldoende motivatie om aan een cultuuromslag bij te dragen. Je moet dan niet “gedwongen” zijn om de begroting rond te krijgen met de omzet van de bar. Ook hier kunnen wetgeving en heldere implementatie van de regels ondersteuning bieden.
De kwestie zal opnieuw voorbereidend worden behandeld nadat op een speciale avond nog eens precies naar de details zal worden gekeken. Dit is nodig omdat er onduidelijkheid was over de huidige vergunningen. Het College stelde dat de nieuwe regels een verruiming zouden zijn terwijl een aantal betrokkenen uit het veld stelde dat ze een inperking zouden zijn. Mocht het College gelijk hebben, dan zou dit betekenen dat de regels in het verleden wel erg ruim zijn geïnterpreteerd.
Johan Lok
Duo-raadslid GroenLinks Waterland