Sam Trompert, Haarlems Dagblad, 18 feb. 2017

Laura Bromet (47) heeft misschien wel de spannendste plek op de kandidatenlijst van Groenlinks. In de meest recente Peilingwijzer, een gewogen peiling die de grote opinieonderzoeken bundelt, schommelt haar partij tussen de dertien en zeventien zetels. Precies in het midden van die marge zit Laura Bromet, wethouder in de gemeente Waterland. „Ik heb afspraken in mijn agenda staan, waarvan ik denk: ben ik daar wel bij?”

Als politiek junkie volgde ze de peilingen altijd al wel, maar niet eerder bepaalde de uitslag of ze rekening moet houden met een nieuwe baan. Of ze al haar afspraken wel kan nakomen. „Ik probeer het wel een beetje van me af te zetten hoor, ik ben ook gewoon wethouder. Dat moet ik ook voor de volle honderd procent zijn.”

In de gemeente Waterland is Laura Bromet een bekend gezicht. Dat kan haast niet anders, ze is er geboren en getogen. Geregeld raakt ze aan de praat met dorpsbewoners die haar iets te vertellen hebben. „Ik doe heel lang over de boodschappen, want dan heb ik lopend spreekuur.”

Sinds 2006 zit ze in de gemeenteraad voor Groenlinks, met drie raadsleden de grootste linkse fractie in de raad van zeventien zetels. Na de laatste gemeenteraadsverkiezingen in 2014 kwam Groenlinks in het college. Bromet werd wethouder, onder andere van duurzaamheid.

Bromet geniet van de politiek. En het past haar als een handschoen, bleek toen ze zich besloot aan te sluiten bij een politieke partij. „Ik had het allemaal goed voor elkaar: leuke man, vier kinderen, mooi huis. Alleen die carrière. Dat was het enige dat niet gelukt was. Ik werkte in het familiebedrijf van mijn vader. Dat was gezellig hoor, maar misschien had ik nog wel meer in mijn mars. Toen ik de gemeenteraad in ging heeft mijn carrière pas een vlucht genomen.” Op basis van haar ervaring in de lokale politiek werd ze aangenomen bij Milieudefensie en Natuurmonumenten. Ook werkte ze bij de Tweede Kamerfractie van Groenlinks, als beleidsmedewerker natuur en milieu.

Toch had ze niet eerder over een loopbaan in de politiek nagedacht. Thuis werd zeker niet aan de lopende band over politiek gesproken. Haar vader, documentairemaker Frans Bromet, stemde altijd op de partij die op verliezen stond. Er moest namelijk niet teveel macht bij één club terecht komen, zo luidde zijn redenatie.

Bromet: „Ik wilde eigenlijk boer worden vroeger. Maar toen zeiden ze: dan moet je met een boer trouwen, of je moet naar Wageningen om te studeren. Dat leek me niks. Ik wilde liever zelfstandig iets bereiken. En ik wilde hier al helemaal niet weg.”

De streek is haar thuis, vertelt ze thuis aan de keukentafel. Door het raam is de weidsheid van Waterland goed te zien. „Ik ben hier 1 kilometer verderop geboren, 500 meter verder ben ik opgegroeid. Ik ben hier altijd gebleven en ga hier ook nooit meer weg. Ik ga maximaal twee weken op vakantie en dan ben ik blij als ik weer thuis ben. Ik houd van de streek, het landschap. Ik hoor hier.”

De liefde voor de natuur en de omgeving zorgden ervoor dat ze politiek actief werd. „Ik ben niet de enige die van dit landschap houdt. Een heleboel mensen hier vinden dat dit behouden moet blijven”, zegt ze terwijl ze door het raam naar buiten wijst. „Dat is voor mij een heel belangrijke drijfveer.”

500 keer leuker
De afdelingsvoorzitter van Groenlinks Waterland vroeg haar of ze misschien op de lijst wilde, inmiddels meer dan tien jaar geleden. Ze bemoeide zich destijds al met gemeentepolitiek, maar was niet gebonden aan een partij. ’Probeer het gewoon, als je het uiteindelijk niks vindt staat er altijd iemand onder je op de lijst die het van je kan overnemen’, was het argument dat uiteindelijk de doorslag gaf. „En nu blijkt dat ik het 500 keer leuker vind dan ik me ooit had kunnen voorstellen”, vertelt Bromet.

Het wethouderschap helemaal. Ze noemt het de mooiste baan die ze ooit had. Maar wel eentje met een vierjarig contract. Haast is dus geboden, als je dingen wil veranderen. „Maar, je kunt zoveel in gang zetten als wethouder. Waterland was helemaal niet zo’n duurzame gemeente, maar inmiddels bestaat het gemeentelijk wagenpark uit elektrische auto’s, we hebben openbare led-verlichting en schapen in plaats van grasmaaiers.”

Haar belangrijkste wapenfeit is de strijd tegen het chemische bestrijdingsmiddel Round-up, een onkruidverdelger. Als beleidsmedewerker in de Tweede Kamer schreef ze mee aan motie die het giftige goedje gedeeltelijk verbiedt. „Op mijn eerste dag als wethouder heb ik gezegd: we spuiten hier geen gif meer. Na een jaar kwam er een evaluatie. Op sommige plekken was het onkruid omhooggeschoten. Uit de raad kwam de vraag of we niet weer gewoon Round-up konden gebruiken. Maar ja, het verbod was net van kracht geworden, dankzij de motie waaraan ik zelf had meegewerkt.” En dus kon wethouder Bromet de raad daarop ’nee, dat mag niet meer’ antwoorden. Prachtig moment natuurlijk, voor een groene politicus.

Toch zijn ’groene’ thema’s opnieuw niet de meest voor de hand liggende onderwerpen tijdens de komende verkiezingsdebatten. „Dat zijn vaak lange-termijn-onderwerpen en veel mensen kunnen het zich niet veroorloven om met de lange termijn bezig te zijn. Tegelijkertijd is klimaatverandering bij uitstek een bedreiging voor Nederland: we leven onder zeeniveau, er komen misschien klimaatvluchtelingen. Daar moet je je als partij verantwoordelijk voor voelen, ook al is het niet de alledaagse zorg van de kiezer.”

Onvrede
Wel een thema deze verkiezingen: de algehele onvrede over bestuur en politiek. De boze, blanke man die er ’schoon genoeg’ van heeft. Samen met haar vader Frans Bromet maakte ze vijf jaar geleden de film ’Alles van waarde’, over onvrede in de samenleving. Waar Laura de weg weet in de politiek, raakt vader Frans verstrikt in de bureaucratie van schaalvergroting. De boze blanke man ’avant la lettre’.

In de film zit een scène waarin vader en dochter over een smal eenbaansweggetje door de streek rijden. Laura verbaast zich over de opmars van de PVV in de gemeente. De migratieproblematiek waarover die partij op de trom slaat is hier toch nauwelijks aan de orde? „Het heeft niks met allochtonen te maken. De mensen die boos zijn verzamelen zich onder de vlag van de PVV”, legt Bromet senior uit. Boos over een almaar complexer wordende maatschappij van urenregistraties en interim-managers.

Het maken van de film opende haar ogen. „Ik zou als Tweede Kamerlid er wel naar streven om de wereld weer ietsje simpeler te maken. Voor heel veel mensen is de wereld te ingewikkeld geworden.” Voorbeeldje: de gemeente Waterland tuigt ’gewoon’ de afdeling groenvoorzieningen weer op, na jaren van worstelen met het zogenoemde Wsw-bedrijf (Wet sociale werkvoorziening). Dat samenwerkingsverband met acht gemeenten wordt nu ontmanteld.

Bromet heeft zichtbaar plezier, als ze vertelt over het wethouderschap. Toch verruilt ze Waterland mogelijk voor Den Haag. ’Elke dag nog ambitieuzer’, staat op haar Twitterprofiel. Waar eindigt die ambitie? Lachend: „Wat denk je? Minister? Voorlopig zou ik het super vinden om Kamerlid te worden. Een paar jaar geleden dacht ik ook niet dat ik op vjftien zou staan bij Groenlinks. Mocht ik het niet worden, dan zijn er heel veel plekken waar ik iets kan bijdragen. Kansen genoeg.”