GroenLinks en Vleppyie Auwurs organiseren in elf kernen van Waterland huiskamerconcerten. In elke kern brengt Vleppyie Auwurs een eigen, of het bestaande volkslied ten gehore. De tiende stempelpost in de elfkernentocht was de Purmer.
De Purmer was misschien wel de moeilijkste kern om een volkslied voor te schrijven. De helft van de Purmer is ten slotte een deel van de gemeente Purmerend, een kwart is van Edam-Volendam en een kwart is van de gemeente Waterland. Vooral de grote tegenstelling tussen de vinexwijken van de Purmer-Zuid, de bedrijventerrein de Baanstede en het polderlandschap van het Waterlandse en Edam-Volendamse deel springt in het oog. Het bracht ons tot een lied dat juist de tegenstelling tussen de Oost en Westkant van de polder benadrukt.
Tekst: Vleppyie Auwurs
Muziek: Klein orkest
Jaar: 2014
Over het bos
Oosterweg onder de linden.
De velden verkaveld eigenaren gewisseld
Waar je nooit zeker weet in welke gemeente je staat
En iedereen werkt, koeien en klompen,
terwijl in de slootjes de molentjes pompen,
Die 400 jaar polder, er is in die tijd - veel bereikt
maar wat is nou een polder als er geen windmolens in staan,
als je bang en voorzichtig met je mening moet omgaan,
ja wat is nou die windvaan, zeg mij wat wijst hij aan,
wanneer iemand die verduurzaamd voor lul komt te staan.
De weidevogels vliegen van Oost- naar Westerweg
Worden niet teruggefloten, soms wel neergeschoten.
Over het bos over het luxe golfterrein.
Omdat ze soms in de polder,
maar soms toch in een groeikern willen zijn.
Westerweg de Baanstede-Noord
Er wandelen mensen langs bouwmarkt en showroom
waar Volvo en Gamma, nog steeds op een voetstuk staan.
En de speculant laat zijn billboards lokken
Kom kopen, kom bouwen, ondernemers kom gokken
Dat is nou 40 jaar Vinex er is in die tijd veel bereikt…
Maar wat is nou die ruimte je er slordig mee om gaat,
als er overal in de buurt zoveel bedrijfsterrein leeg staat
goed je mag consumeren, maar met met je rug tegen de muur,
En alleen als je geld hebt zijn de prijzen niet duur
Refrein
Omdat er wurreme zitte soms bij het purmerkerkje,
soms bij een auwe boerderij