Na het Oekraïnereferendum kon je ook in GL kringen meesmuilende opmerkingen horen over het instrument van het referendum. Hiertegen wil ik stelling nemen. We moeten vasthouden aan het referendum. Het opkomstpercentage moet uit de wet en het correctief referendum moet bindend worden. Alleen al het voornemen van een referendum kan een corrigerend effect hebben op de politieke besluitvorming. Daarnaast moet er een volksinitiatief komen: de mogelijkheid om zelf een initiatief te nemen tot een bindend referendum over een prangend vraagstuk. In Zwitserland staat nu een referendum over het basisinkomen op de agenda. Stel dat we in Nederland die mogelijkheid zouden hebben. We hebben onlangs twee redelijk succesvolle burgerinitiatieven mogen zien: over geldcreatie, “Ons Geld”, dat uitmondde in een onderzoeksopdracht aan de WRR en een initiatief van o.m. de vredesbeweging PAX over kernbewapening. Als voorafschaduwing zie je dan wat het effect van een heus volksinitiatief zou kunnen zijn. Ondanks bezwaren zal het uiteindelijk het democratisch gehalte van de samenleving kunnen versterken en kan het bevolkingsgroepen bij de politiek betrekken die zich daar nu verre van houden. Het kan het maatschappelijk debat verbreden en op een hoger niveau brengen. Een referendum gaat per slot van rekening over inhoud terwijl verkiezingen steeds meer over vorm gaan. Het gaat over één onderwerp en doorbreekt daarmee partijpolitieke scheidslijnen. Wel moet het een instrument blijven waarmee vanuit de bevolking de regering in een bepaalde richting kan worden gestuurd, niet een mogelijkheid om regeringsbeleid te legitimeren. De regering moet daarom niet het initiatief kunnen nemen.
Via burger- en volksinitiatieven kan een nieuwe vorm van binding worden gecreëerd en van gekozen parlementariërs mag worden verwacht dat men hier op een verstandige manier mee weet om te gaan. Bijvoorbeeld door het goed voor te bereiden en het debat aan te gaan.
Johan Lok.