Waterland is nationaal landschap, is onderdeel van de ecologische hoofdstructuur en van de rijksbufferzone. Maar deze drie labels bieden geen enkele bescherming tegen bouwlustige gemeentes.
Een juweel van een gebied met drie sloten erop die het landschap zouden moeten beschermen. Dat is Waterland ten noorden van Amsterdam. Een eeuwenoud veenweidegebied aan het Markermeer met schattige dorpjes, veel koeien, agrarische ruimte en sinds enkele jaren ook een netwerk van fiets- en wandelpaden. Het besef dat dit unieke gebied behouden moet worden, lijkt op het eerste gezicht doorgedrongen tot alle bestuurslagen. Maar dat is schijn. Want wat heb je aan een slot wanneer iedereen een loper krijgt en gewoon zijn gang kan gaan? Dat is namelijk het geval. Op het Waterlandse landschap zijn planologische ‘etiketten’ geplakt die moeten verhinderen dat het landschap hier verrommelt of wordt aangetast. Maar als puntje bij paaltje komt, hoeft niemand zich aan die etiketten te houden. Voor wie zich afvraagt waar straks de provinciale verkiezingen over zouden moeten gaan, is Waterland een duidelijk voorbeeld.
Om te beginnen ligt Waterland ligt in een nationaal landschap genaamd Laag Holland. Dat is het eerste beschermingsetiket. Het doel van dit nationale landschap is om het kenmerkende Waterlandse landschap te behouden voor de generaties na ons. Maar wat gebeurt er wanneer gemeenten toch huizen willen bouwen in dit nationale landschap? En als diezelfde gemeenten toevallig ook deel uitmaken van het bestuur van Laag Holland? De oplossing heet ‘rood voor groen benadering’. Als er ergens gebouwd moet worden, kijken provincie en gemeente of er natuur op een andere plek voor kan terugkeren. Ten eerste is het natuurlijk een vergissing dat je op één plek een historisch landschap kunt vernielen om dat dan op een andere plek weer op te bouwen. De tweede vergissing is dat de betrokken gemeenten die opdracht ook serieus zouden nemen. Anno 2007 liggen er gedetailleerde plannen voor de bouw van zesduizend woningen, waarvan vierduizend in het open groene gebied, maar het is zoeken naar plannen voor nieuwe natuur als naar de bekende speld in een hooiberg.
Passen er eigenlijk ook nieuwe bedrijventerreinen in Waterland? Niemand die het weet. Maar zoals zoveel kleine gemeenten met scoringsdrift wil óók de gemeente Waterland er graag twee aanleggen. Kleintjes weliswaar, maar zeker is dat ze de kenmerkende openheid van het landschap zullen aantasten. Zes kilometer van Monnickendam ligt Purmerend waar bedrijventerreinen half leeg staan. Maar zoals zo vaak kijken gemeenten niet verder dan hun eigen grenzen. Ze gebruiken liever hun loper om stiekem binnen te komen. Een streekplanherziening om de bedrijventerreinen in Waterland mogelijk te maken is inmiddels ingezet door de provincie Noord-Holland.
Het motto van nationaal landschap Laag Holland is 'Behoud door ontwikkeling'. Volgens voorstanders van bedrijventerreinen betekent dat motto dat het gebied niet op slot gaat, maar dat ze gewoon door kunnen gaan met het aantasten van het gebied. Alweer een vergissing: het woord ontwikkeling staat voor de ontwikkeling van de kernkwaliteiten van het gebied. Dat weet ook de gemeente Waterland, die de bedrijventerreintjes daarom 'bedrijfserven' noemt die de sfeer van het Waterlandse landschap zouden versterken.
Waterland ligt in de Ecologische Hoofdstructuur, het tweede etiket. Dat betekent volgens de regering ondermeer dat het natuurbeheer in handen ligt van agrariers en andere particuliere grondeigenaren. Deze particulieren ontvangen subsidie voor de inrichting en het beheer. Schadelijke ontwikkelingen zijn in beginsel niet toegestaan. Tenministe: dat zou je denken. In de praktijk probeert de gemeente Waterland grond te kopen om bedrijventerreinen in te richten in hetzelfde gebied waar namens het Rijk en de provincie grond wordt aangekocht om het landschap te becshermen. Een merkwaardige concurrentiestrijd tussen overheden.Ook dit tweede slot stelt dus niets voor.
Het derde etiket van Waterland is Rijksbufferzone. Omdat Waterland onder de rook van Amsterdam ligt, heeft het Rijk bepaald dat zo vlakbij de stad voldoende recreatieve groenvoorzieningen moeten zijn. Daarvoor moet ondermeer verdere verstedelijking worden tegengegaan in de zogeheten rijksbufferzones. Maar door wie? Niet door de gemeenten die huizen en bedrijventerreinnen willen bouwen en ook niet door de provincies die hun streekplannen herzien zonder met de nieuwe bufferzones rekening te houden. Ook op dit derde slot lijkt bijna iedereen een loper te hebben. En zo verdwijnt er dus elke dag meer open en groen landschap.
Het rare is dat niemand dat zegt te willen. Waarom gebeurt het dan toch? Omdat bestuurders er niet écht voor durfven te kiezen. Laat de kiezer dat dan doen, op 7 maart. Waterland is maar een voorbeeld. Het behoud van een mooie omgeving waar die nog bestaat: daar gaan de Provinciale verkiezingen dus over.
Laura Bromet, gemeenteraadslid GroenLinks Waterland